Word:

door

Number of occurrences: 501 Rank: 48,350 Frequency class: 15

Words with Similar Context:

tegen | voor | uit | hebben | aan

Examples

  • Früher haben wir door to door mit 45 Tagen gerechnet. (www.motorsport-total.com, collected on 04/05/2022)
  • Früher haben wir door to door mit 45 Tagen gerechnet. (www.motorsport-total.com, collected on 04/05/2022)
  • Eine Analyse hatte jedoch ergeben, dass diese offenbar über eine sogenannte back door, eine Hintertür, verfügte, die Unbefugten Zugriff auf Daten ermöglichte. (www.tagesschau.de, collected on 13/10/2022)
  • En worden de Russen daar echt door getroffen? (www.nieuwsblad.be, collected on 04/05/2022)
  • Dagegen können Sie allerdings etwas tun: Nutzen Sie ein gemeinsames Meeting, um Ihrem Team gegenüber zu betonen, dass eine "open door policy" nicht notwendigerweise bedeutet, dass Sie jederzeit unterbrochen werden dürfen. (www.derstandard.at, collected on 07/01/2022)
  • “Er ging van alles door mijn lichaam. (www.nieuwsblad.be, collected on 13/02/2022)
  • Hij werd door de andere soldaten naar het ziekenhuis gebracht, maar daar werd hij door de Russen gevangengenomen. (www.nieuwsblad.be, collected on 10/05/2022)
  • Hij werd door de andere soldaten naar het ziekenhuis gebracht, maar daar werd hij door de Russen gevangengenomen. (www.nieuwsblad.be, collected on 10/05/2022)
  • Stoltenberg bekräftigte, die Nato stünde geschlossen hinter ihrer „open door policy“ und werde solch grundsätzliche Dinge nicht zur Diskussion stellen. (www.fr.de, collected on 12/01/2022)
  • Of er nog andere verdachten betrokken waren, dat wordt nog door het gerecht onderzocht. (www.nieuwsblad.be, collected on 08/06/2022)

Words occurring in the Same Sentence

de (2,521), een (1,422), en (1,421), het (1,419), van (999), te (776), niet (691), worden (679), werd (635), op (582), dat (546), De (540), zijn (527), maar (471), ook (441), wordt (417), ze (411), nog (403), getroffen (380), voor (349), aan (343), Ze (323), om (315), er (314), naar (298), al (289), politie (283), kunnen (274), meer (235), Het (230), jaar (227), uit (226), dan (224), hij (210), met (205), hun (203), mensen (187), je (179), werden (177), zo (174), twee (173), zou (172), Volgens (171), geen (170), andere (169), zal (156), zich (155), haar (155), veel (146), kan (145), wat (143), afgelopen (143), wel (138), heen (134), Ook (133), En (131), is (130), deze (129), kon (122), veroorzaakt (122)
getroffen (376), worden (317), werd (154), Dwars (145), ze (106), niet (86), wordt (66), werden (65), next (59), ook (57), zowel (55), open (50), gewonnen (48), maar (42), nog (41), zijn (39), je (31), echt (28), leiden (25), er (18), of (17), waren (11)

Word graph

example graph